Informatie over de methode van Orka Training

Lees de volledige onderbouwing van de methode, klik hier.

Samenvatting
De superheldenaanpak van Orka Training is een preventieve aanpak voor de basisschool om sociale vaardigheden van kinderen en het groepsklimaat in de klas te verbeteren om daarmee de kans op sociale problemen te verkleinen. De kinderen kunnen één van de negen sociale vaardigheden (superhelden/ keuzes) inzetten, waardoor er balans ontstaat in sociale relaties tot andere kinderen: elkaar helpen, elkaar aanspreken, leiden, volgen, opkomen voor jezelf, relaxed reageren, negeren, een slimme plek en melden bij de leerkracht.

Oefeningen groepsvorming worden ingezet om sociale relaties te creëren waarin kinderen een effectieve sociale vaardigheid (superheld of keuze) leren toepassen. Elke week geeft de leerkracht een oefening groepsvorming, waarin de negen sociale vaardigheden getraind worden. Er zijn meer dan 50 oefeningen voor elke fase van groepsvorming beschikbaar. De kracht van de superheldenaanpak is dat de leerkracht tijdens de oefeningen feedback geeft aan kinderen over de sociale vaardigheden (superhelden of keuzes) die worden toegepast. De superheldenaanpak wordt online aangeboden middels het online Orka Platform.

Doelgroep
De doelgroepen van de superheldenaanpak zijn:

  • Leerkrachten in het regulier basisonderwijs (groep 1 – 8).
  • Kinderen van 4 tot 12 jaar in het regulier basisonderwijs (groep 1 – 8).

Doel
De superheldenaanpak heeft als doel om sociale vaardigheden van kinderen en het groepsklimaat in de klas te verbeteren om daarmee de kans op sociale problemen te verkleinen.

Aanpak
De superheldenaanpak bestaat uit meer dan 70 oefeningen groepsvorming. De leerkracht kiest één oefening per week om uit te voeren met de klas. De oefeningen groepsvorming zijn verdeeld in oefeningen voor de onder- midden- en bovenbouw. De leerkracht kiest een oefening die past bij de fase van groepsvorming waarin de groep zich bevindt. De leerkracht bespreekt tijdens en na een ronde van een oefening de sociale vaardigheden (superhelden of keuzes) die ingezet zijn of ingezet kunnen worden. De superheldenaanpak sluit met de inhoud van de oefeningen naadloos aan bij de fases van de groepsvorming. Hierdoor krijgt een leerkracht handvatten om de groepsvorming te sturen en te komen tot positieve groepsvorming.

Materiaal
Als materiaal is beschikbaar: Handleiding voor leerkrachten in het basisonderwijs; poster ‘keuzes voor superhelden’ voor de onder-, midden- en bovenbouw; poster ‘het stoplicht’; het online Orka Platform (o.a. video’s en instructiekaarten oefeningen groepsvorming, vragenlijst welbevinden en relatiediagram).

Onderbouwing
De superheldenaanpak is gebaseerd op o.a. de fasen van groepsvorming (Tuckman, 2001) en de sociale leertheorie (Bandura, 1986). Door oefeningen m.b.t. groepsvorming in te zetten en kinderen te coachen een effectieve sociale vaardigheid (superheld of keuze) in te zetten zal leiden tot het verbeteren van de sociale vaardigheden van elk kind in de groep en wordt het voor de leerkracht gemakkelijk het groepsklimaat positief te beïnvloeden.

Onderzoek
Er is nog geen wetenschappelijk onderzoek gedaan naar effecten van de superheldenaanpak. Wel is er in januari 2020 een procesevaluatie afgenomen bij alle scholen. Daarnaast wordt er jaarlijks geëvalueerd met de leerkrachten die werken met de superheldenaanpak.

Doelgroep

Uiteindelijke doelgroep
De superheldenaanpak is een preventieve interventie voor kinderen van 4 tot 12 jaar in het regulier basisonderwijs (groep 1 – 8).

Intermediaire doelgroep
De intermediaire doelgroep van de superheldenaanpak zijn de leerkrachten.

Selectie van doelgroepen
De superheldenaanpak is een aanpak die beschikbaar is voor alle kinderen in het regulier basisonderwijs.

Contra-indicatie:

  • Onvoldoende cognitief en reflectieniveau bij kinderen, bijvoorbeeld bij kinderen in het speciaal basisonderwijs.

Betrokkenheid doelgroep
Scholen, leerkrachten en kinderen zijn vanaf het begin van de superheldenaanpak betrokken. De superheldenaanpak wordt door Orka Training wekelijks uitgevoerd in ongeveer 20 groepen, waar zowel kinderen als leerkrachten na afloop feedback geven over de superhelden en oefeningen groepsvorming. Dit heeft o.a. geleid tot de uitbreiding van vier sociale vaardigheden (superhelden/ keuzes) naar negen sociale vaardigheden. Daarnaast wilden leerkrachten meer oefeningen die in de klas uitgevoerd konden worden. Dat heeft geleid tot het ontwikkelen van meer oefeningen die in de klas uitvoerbaar zijn.

Doel

Hoofddoel
De superheldenaanpak heeft als doel sociale vaardigheden van kinderen en het groepsklimaat in de klas te verbeteren om daarmee de kans op sociale problemen te verkleinen.

Subdoelen
Om het hoofddoel te bereiken wordt in de aanpak gewerkt aan de volgende subdoelen bij leerkrachten. Deze zijn voorwaardelijk voor het behalen van het hoofddoel:

Kennis

  1. De leerkracht kent vijf fasen van groepsvorming.
  2. De leerkracht kent bij elke fase van groepsvorming de kenmerken die een oefening nodig heeft.

Vaardigheden

  1. Leerkrachten kunnen positief gedrag (zoals elkaar helpen) bekrachtigen door complimenten te geven bij positief gedrag.
  2. Leerkrachten kunnen bij ongewenst gedrag van een kind of samenwerken ‘de bron’ (de dader) aanspreken om directe feedback te geven aan kinderen over de sociale vaardigheden die gekozen worden.
  3. Leerkrachten kunnen bij ongewenst gedrag van een kind of samenwerken ‘het slachtoffer’ aanspreken om directe feedback te geven aan kinderen over de sociale vaardigheden die gekozen worden.
  4. Leerkrachten kunnen bij ongewenst gedrag van een kind of samenwerken ‘de omgeving’ aanspreken om directe feedback te geven aan kinderen over de sociale vaardigheden die gekozen worden.
  5. Leerkrachten kunnen oefeningen groepsvorming inzetten die passen bij de fase waarin de groep zich bevindt.
  6. Leerkrachten hebben inzicht in de relaties en structuur binnen de groep, zodat zij passende sociale vaardigheden en oefeningen groepsvorming kunnen inzetten.

Als bovenstaande subdoelen behaald zijn, kan gewerkt worden aan de volgende subdoelen bij kinderen:

Kennis

  1. Kinderen hebben kennis en inzicht in eigen gedrag en de gevolgen hiervan voor de ander.

Vaardigheden

  1. Kinderen kunnen tijdens het samenwerken de sociale vaardigheid ’leiden’ inzetten. Een kind kan tijdens samenwerken de leiding nemen door bijvoorbeeld te zeggen: ‘Wil je daar gaan staan?’
  2. Kinderen kunnen tijdens het samenwerken de sociale vaardigheid ‘volgen’ inzetten. Een kind kan tijdens het samenwerken volgen door aanwijzingen van een ander kind te accepteren door bijvoorbeeld te zeggen: ‘Prima, dat doe ik.’
  3. Kinderen kunnen tijdens het samenwerken de sociale vaardigheid ‘elkaar helpen’ inzetten. Een kind kan tijdens het samenwerken andere kinderen helpen door bijvoorbeeld te zeggen: ‘Zal ik je even helpen?’
  4. Kinderen kunnen bij ongewenst gedrag van een ander kind of tijdens het samenwerken de sociale vaardigheid ‘elkaar aanspreken’ toepassen. Een kind kan een ander kind aanspreken door bijvoorbeeld te zeggen: ‘Stop, hij vindt dat niet leuk.’
  5. Kinderen kunnen bij ongewenst gedrag van een ander kind of tijdens het samenwerken de sociale vaardigheid ‘opkomen voor jezelf’ inzetten. Een kind kan opkomen voor zichzelf door bijvoorbeeld te zeggen: ‘Wil je stoppen met duwen?’
  6. Kinderen kunnen bij ongewenst gedrag van een ander kind of tijdens het samenwerken de sociale vaardigheid ‘een slimme plek’ inzetten. Een kind kan op een andere plek staan of zitten bij ongewenst gedrag.
  7. Kinderen kunnen bij ongewenst gedrag van een ander kind of tijdens het samenwerken de sociale vaardigheid ‘negeren’ inzetten. Een kind kan bij ongewenst gedrag tijdens de les een ander kind negeren door niet te reageren op het ongewenste gedrag.
  8. Kinderen kunnen bij ongewenst gedrag van een ander kind of tijdens het samenwerken de sociale vaardigheid ‘relaxed reageren’ inzetten. Een kind kan bij uitdagen tegen een ander kind bijvoorbeeld zeggen: ‘Oké, best. Boeiend.’
  9. Kinderen kunnen bij ongewenst gedrag van een ander kind of tijdens het samenwerken de sociale vaardigheid ‘melden bij de leerkracht’ inzetten. Een kind kan ongewenst gedrag melden bij de leerkracht als een andere sociale vaardigheid niet werkt.
  10. Kinderen die ongewenst gedrag laten zien kunnen feedback van klasgenoten en leerkracht omzetten naar sociale vaardigheden die leiden tot meer positieve sociale interacties.
  11. Kinderen die ongewenst gedrag laten zien zijn voldoende in staat tot onderhandelen en hebben geleerd dat je hiervoor ook rekening moet houden met anderen.

Opleiding en competenties van de uitvoerders

Uitvoerders van de superheldenaanpak zijn leerkrachten. Zij moeten het PABO-diploma hebben, of het certificaat ‘lesbevoegdheid’. Voordat gestart wordt met het uitvoeren van de superheldenaanpak, worden eerst zes online cursussen gevolgd over de superheldenaanpak en de handleiding gelezen.

  • Zes online cursussen superheldenaanpak, onderdeel van het Orka Platform.

Duur per cursus: 15-20 minuten.

  • Handleiding superheldenaanpak. Duur: 45 minuten.

Inhoud van de cursussen:

1 Groepsvorming
-Kenmerken en oefeningen van elke fase van groepsvorming.

-Kenmerken van een positieve en negatieve groep.

2 Superhelden & stoplicht
-Naam, actie en reactie van 9 superhelden.

-Vragen en feedback bij elke kleur van het stoplicht.

3 Coachen superhelden
-Drie benaderingen vanuit het systeem.

-De checklist van de superheldenaanpak.

4 Oefeningen groepsvorming & superhelden, deel 1
-De checklist toepassen tijdens een oefening.

-De werkwijze van het stoplicht bespreken met kinderen.

5 Oefeningen groepsvorming & superhelden, deel 2

-Feedback tijdens en na een ronde van een oefening.

-Doel bepalen voor een volgende ronde van een oefening.

6 Transfer
-Checklist superheldenaanpak toepassen tijdens lessen.

Kwaliteitsbewaking
De monitoring van het proces wordt bijgehouden door leerkrachten na het werken met de superheldenaanpak een evaluatieformulier te laten invullen. De leerkrachten worden gevraagd naar waardering, ervaring en toepassing van de superheldenaanpak. Per schooljaar worden in juni de evaluaties gebundeld in een procesevaluatie, waarin het proces van de superheldenaanpak wordt gemonitord. Dit gebeurt door alle feedback over waardering, ervaring en toepassing te bundelen tot een plan van aanpassing en verbetering.

De school stelt een Superhelden-coördinator aan. Deze coördinator wordt ondersteund wordt ondersteund met een Superheldenpresentatie, die per email wordt aangeleverd. De coördinator zorgt ervoor dat de superheldenaanpak geborgd wordt binnen school. Bij ‘Implementatie’ worden de taken van de coördinator beschreven.

De school laat alle leerkrachten (ook nieuwe leerkrachten later in het schooljaar) verplicht zes online cursussen volgen voor de start van de superheldenaanpak. Om de tijdsinvestering van leerkrachten zo efficiënt mogelijk te maken tijdens de drukke werkzaamheden, kan er gekozen worden dat de coördinator bijvoorbeeld tijdens overlegmomenten van school de online cursussen aanbiedt. De coördinator krijgt na 2 maanden een terugkoppeling van Orka Training of de cursussen gevolgd worden zoals bedoeld door leerkrachten. Als na 12 maanden blijkt dat meer dan 20% van de leerkrachten de cursussen niet gevolgd heeft, wordt het abonnement van de superheldenaanpak niet verlengd.

De vragenlijst welbevinden en het relatiediagram kunnen vanaf groep 3 twee maal per schooljaar worden afgenomen. Leerkrachten kunnen ervoor kiezen om dit aan het begin en het eind van het schooljaar af te nemen. De leerkracht ontvangt vervolgens per mail de resultaten. De school kan op deze manier de kwaliteit van de superheldenaanpak bewaken en op tijd ingrijpen indien kinderen zich negatief ontwikkelen. Op basis van de resultaten kan de leerkracht de oefeningen intensiveren.

Opzet van de interventie

Wervingsmethode

  • De school kan zich inlezen in de superheldenaanpak op de website: orkatraining.nl.
  • Op de website kan de school een digitale presentatie aanvragen.
  • De school kan een proefabonnement aanvragen. Het proefabonnement geeft de school twee weken toegang tot de superheldenaanpak op het online Orka Platform.

Voorbereidingsperiode

Na aanschaf van het abonnement van de superheldenaanpak heeft de school vier weken nodig om voorbereidingen te treffen. De voorbereidingen bestaan uit de volgende onderdelen:

  • Aanstellen coördinator en voorbereiden van de taken als coördinator: één week.
  • Leerkrachten bereiden zich voor door het volgen van de zes online cursussen en het lezen van de handleiding: drie weken. De tijdsinvestering die van leerkrachten gevraagd wordt is 3 uur.

De superheldenaanpak bestaat uit oefeningen groepsvorming en sociale vaardigheden (superhelden/ keuzes). Elke leerkracht biedt wekelijks een oefening groepsvorming aan, waarin negen sociale vaardigheden (superhelden of keuzes) worden aangeleerd en geoefend. Kinderen ontdekken op deze manier direct welk verschil hun manier van reageren kan hebben op de reactie van hun omgeving.

Dat betekent dat elk kind met zijn klas één oefening groepsvorming per week uitvoert. Elke oefening duurt ongeveer 15 tot 20 minuten. De oefeningen zijn op drie niveaus uitgewerkt: de onderbouw (groep 1, 2 en 3), de middenbouw (groep 4, 5 en 6) en de bovenbouw (groep 7 en 8).

Elk jaar geeft de leerkracht 38 oefeningen groepsvorming (voor elke schoolweek één oefening). Er zijn in totaal meer dan 70 oefeningen groepsvorming beschikbaar. De leerkracht selecteert in het online Orka Platform bij ‘Oefeningen’ de bouw en fase waarin de groep zich bevindt. Bijvoorbeeld: voor de onderbouw zijn dan 26 oefeningen beschikbaar, verdeeld over de vijf fasen. De leerkracht kan dus 26 oefeningen 1x per week inzetten. Daarnaast zullen 12 oefeningen één keer herhaald worden, zodat er totaal 38 oefeningen (1x per week) uitgevoerd worden.

Elke oefening kan elk jaar gegeven worden, omdat de interactie tussen kinderen jaarlijks verschilt.

Een aantal oefeningen kunnen in meerdere bouwen uitgevoerd worden. Dit staat op elke instructiekaart en video aangegeven. Oefeningen kunnen één keer herhaald worden, omdat de interactie tussen kinderen elke keer bij een oefening anders verloopt. De feedback van de leerkracht zal daardoor ook elke keer afgestemd zijn op de interactie van dat moment.

Bij elke oefening groepsvorming worden één of meerdere sociale vaardigheden (superhelden of keuzes) aangeleerd en ingezet. In de onder- en middenbouw wordt gesproken over ‘superhelden’. In de bovenbouw wordt gesproken over ‘keuzes’. Elke vaardigheid van een superheld of keuze wordt aangepast aan de leeftijd van de kinderen. Bijvoorbeeld de sociale vaardigheid ‘opkomen voor jezelf’. In de onderbouw zegt het kind: ‘Stop, hou op. Je doet mij pijn.’ In de middenbouw zegt het kind: ‘Stop met duwen. Ik vind het niet leuk dat je mij duwt. Je doet mij pijn.’  De negen sociale vaardigheden zijn: Elkaar helpen, elkaar aanspreken, relaxed reageren, opkomen voor jezelf, negeren,

de slimme plek, melden, leiden en volgen. De leerkracht geeft feedback tijdens de oefening over de sociale vaardigheden, zodat kinderen meer kennis en inzicht krijgen in eigen gedrag en de gevolgen voor de ander. Tevens kunnen kinderen die ongewenst gedrag laten zien door feedback van de leerkracht en klasgenoten effectieve sociale vaardigheden kiezen wat leidt tot meer positieve sociale interacties en rekening houden met anderen.

De oefeningen groepsvorming zijn verdeeld in oefeningen voor de onder- midden- en bovenbouw. Op elke instructiekaart van een oefening is aangegeven voor welke bouw de oefening geschikt is.

De leerkracht kiest een oefening die past bij de fase van groepsvorming waarin de groep zich bevindt.

Elke instructiekaart geeft aan voor welke fase de oefening geschikt is. In het schema ‘Oefeningen kiezen’ kan de leerkracht bekijken welke fase van groepsvorming van toepassing is. Dit wordt bepaald door bepaalde tijdstippen in het jaar (zie kolom ‘periode’), dan volgen de natuurlijke ontwikkelingsfasen binnen de groepsdynamica elkaar op. Op het moment dat de groepssamenstelling verandert tijdens het schooljaar (bijvoorbeeld door verhuizing), dan starten de fasen weer opnieuw. Het schema Oefeningen kiezen geeft een gemiddelde tijdsduur aan van de fasen groepsvorming. De leerkracht is hierin bepalend om te observeren in welke fase de groep zich bevindt. Bijvoorbeeld: het kan zijn dat een groep na de herfstvakantie zich nog in fase 2 bevindt, omdat de rollen nog niet zijn verdeeld. Voor die groep loopt de gemiddelde planning uit het schema dan anders.

Klassen kunnen ook in fasen terugvallen. Dit wordt bepaald door een veranderde samenstelling in de groep, bijvoorbeeld bij wisseling van een leerkracht of kinderen. De leerkracht zal de groep dus goed moeten leren observeren, zodat hij de meest effectieve oefeningen per fase van zijn groep kan kiezen.

In het Orka Platform zijn meer dan 70 instructiekaarten met ‘oefeningen groepsvorming’ beschikbaar. Daarnaast zijn meer dan 50 oefeningen ook te bekijken op video. Elke oefening op video wordt ingeleid door een begrijpelijke klassikale instructie. Het beoogde doel en de wijze waarop de sociale vaardigheden (superhelden of keuzes) kunnen worden ingezet wordt duidelijk gemaakt, waarna een groep de oefening uitvoert. Tijdens en na elke ronde geeft de eigen leerkracht feedback over de keuzes die de kinderen gemaakt hebben tijdens een ronde: coaching a.d.h.v. de checklist en het stoplicht. Op grond van feitelijk gedrag maakt de leerkracht elke ronde van een oefening de keuze om de bron (de dader), het slachtoffer of de omgeving aan te spreken. Dan past de leerkracht de checklist van de gekozen benadering toe. Deze checklist is op elke instructiekaart terug te vinden.

Minimaal uit te voeren onderdelen

Voorbereiding:

  • Aanstellen coördinator door de directie.
  • De coördinator en leerkrachten volgen de zes online cursussen (15-20 minuten per cursus). Doel is om de kwaliteit van de uitvoering van de superheldenaanpak te vergroten.
  • De leerkrachten informeren de kinderen over alle sociale vaardigheden (superhelden/ keuzes) met behulp van de video met uitleg over de superhelden en voeren een eerste oefening uit.

Uitvoering:

  • De leerkrachten van alle groepen voeren elke week een oefening groepsvorming uit.
  • De leerkrachten van groep 3-8 bespreken dagelijks het stoplicht met de kinderen na de pauze.
  • De coördinator zet de superheldenaanpak op de agenda in overlegmomenten met leerkrachten, zodat de interventie geborgd kan worden voor het pedagogisch handelen van de school.